Politiewet 1993
Artikel 38a
1
Onze Minister van Justitie kan de korpschef van het Korps landelijke politiediensten voorzover het de uitoefening van de taak, bedoeld in artikel 38, eerste lid, onder a en b, door het daartoe bestemde onderdeel of daartoe bestemde onderdelen betreft, de nodige algemene en bijzondere aanwijzingen geven, voorzover de politie optreedt bij of krachtens de wet of op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie onder verantwoordelijkheid van Onze Minister van Justitie.
2
De bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, komt eveneens toe aan Onze Minister van Justitie, met betrekking tot de taak, bedoeld in artikel 38, eerste lid, onder c, en andere taken die als zodanig zijn aangewezen door Onze Minister van Justitie in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
3
Indien een regionaal politiekorps of de Koninklijke marechaussee bijstand verleent aan het Korps landelijke politiediensten ten behoeve van de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 38, eerste lid, onder c, kan Onze Minister van Justitie, voorzover het de uitvoering van die bijstandstaak betreft, aan de korpschef van het regionale politiekorps, onderscheidenlijk de commandant van de Koninklijke marechaussee, de nodige algemene en bijzondere aanwijzingen geven.
4
De korpschef verstrekt gevraagd en ongevraagd aan Onze Minister van Justitie de inlichtingen die deze nodig heeft met het oog op de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en de uitvoering van de taken ten dienste van de justitie.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AA8660, Eerste aanleg - enkelvoudig, AWB 00/685 WET Z KLR
Rechtsoort
Bestuursrecht overig
Datum uitspraak
24-10-2000
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - enkelvoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank MaastrichtARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE MAASTRICHT Reg.nr: AWB 00/685 WET Z KLR UITSPRAAK van de enkelvoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken, in het geding tussen [eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres, en de Minister van Verkeer en Waterstaat, verweerder. Datum bestreden besluit: 20 april 2000...